Technisch oogheelkundig assistent

Als technisch oogheelkundig assistent (TOA) heb je te maken met patiënten met oogproblemen. Om te ontdekken wat er precies aan de hand is, voer je eerst een intakegesprek, doe je de anamnese en de eerste onderzoeken.

De anamnese is het onderdeel van het intakegesprek waarbij je gerichte vragen aan de patiënt stelt over de voorgeschiedenis van zijn klachten. Vervolgens maak je een lijstje van aandoeningen waaraan de patiënt zou kunnen lijden. Dit noem je differentiaal diagnoses. Daarna voer je op eigen initiatief onderzoeken uit om te bepalen welke aandoening de patiënt zou kunnen hebben. Als eerste doe je vaak standaard onderzoeken, zoals een oogmeting om de gezichtsscherpte te meten. Ook kun je juist differentiaal diagnoses uitsluiten door bijvoorbeeld een tranentest te doen of de pupilreacties te meten.

Van elk onderzoek maak je een verslag voor de oogarts, die dit gebruikt bij het stellen van de diagnose en uitvoeren van de behandeling. Voordat je het verslag aan de oogarts geeft, beoordeel je of de uitslagen van de onderzoeken betrouwbaar en bruikbaar zijn voor de oogarts. Als dit niet het geval is, zal je het onderzoek opnieuw moeten doen om wel goede resultaten te krijgen. Ook assisteer je de oogarts bij oogheelkundige ingrepen.

Je doet verder veel onderzoek op aanvraag van de oogarts, zoals een gezichtsveldonderzoek. Hierbij breng je de gevoeligheid van het gezichtsveld in kaart. Of je brengt de oppervlakte van het hoornvlies in beeld door middel van een corneatopograaf. Je doet ook vaak een biometrie. Dan meet je de lengte van het oog, de kromming van het hoornvlies en de diepte van de voorste oogkamer om de nieuwe kunstlens te berekenen die de patiënt bij een staaroperatie krijgt.

He werkt heel zelfstandig. Je zult er dan ook voor moeten zorgen dat de spreekuren en onderzoeken zo soepel mogelijk verlopen. Daarnaast werk je nauw samen met oogartsen, orthoptisten, optometristen en administratief medewerkers.

Als TOA krijg je te maken met patiënten van alle leeftijdscategorieën en voer veel verschillende onderzoeken uit. Het begeleiden en voorlichten van de patiënten is een belangrijke taak. Je stelt ze gerust, geeft uitleg en beantwoordt hun vragen. Je moet daarom over goede communicatievaardigheden beschikken en een vertrouwensband weten op te bouwen met de patiënt.